De Heks van de Moezel ( By PvdW )
Het was een spurtje waar ik me met mijn nauwelijks getrainde en door leeftijd aftakelende lijf niet meer toe in staat had geacht, vorige week richting Delhaize. Maar ik moest snel zijn. Ik wist dat er enkele uren eerder op het rek met de kelderresten nog een tiental flessen Riesling Spätlese 2000 van de mij tot op dat moment nobele onbekende Sybille Kuntz stonden. Ik had er ’s namiddags eentje meegenomen zonder me al te veel illusies te maken. Duitse riesling heeft nu eenmaal doorgaans wat te veel zoet om het lijf. Bovendien kostte het rijzige flesje maar 4,25 euro en ook dat temperde mijn verwachtingen. Groot was dan ook mijn verbazing toen in mijn glas een schitterend gerijpte riesling verscheen.
De kleur deed me denken (excuseer me, maar het is nu eenmaal zo) aan de kleur die urine heeft nadat je op een vergadering twaalf koppen straffe (en dan bedoel ik dus wel degelijk stràffe) koffie achterover geslagen hebt. Diep goudgeel noemen ze dat in het Schoon Vlaams, denk ik. In de neus had de Moezel-Saar-Ruwer nog ruim voldoende mooi geschakeerd tropisch fruit, maar ook het obligate “petrolleke” kwam al een beetje om de hoek kijken. De geur zou je in een iets zwakker proefmoment zelfs kunnen verwarren met mooie chenin blanc: naast het fruit waren er duidelijk tonen van honing en boenwas. Proeven van deze goudgele complexiteit was ook al een genoegen, al bracht hij toch wat verrassing. Duitse riesling, diep goudgeel en geurend naar honing: dan verwacht je zoet. Dat liep dus wel net iets anders, want Mevrouw Kuntz had in 2000 beslist dat haar wijn beendroog zou worden. Ik kreeg een brede, krachtige, mooi ronde, mineralige en volle wijn in het glas, die al enigszins geëvolueerd was en een goede verhouding zuur-zoet bezat. Een vrouw in de gemiddelde leeftijd, die net door haar opdoemende kraaienpootjes en rimpeltjes en haar iets minder strakke huid gewoon mooier wordt dan ze ooit is geweest. Riesling is een vrouw, maar ze heeft een wat weerbarstig karakter (hebben ze dat trouwens niet allemaal een beetje?). Ik liet mijn ontdekking in al mijn enthousiasme tijdens het weekend aan een drietal mensen (lees: vrouwen) proeven en geen van de drie was er echt weg van. Er zijn maar twee conclusies mogelijk: óf het is een wat moeilijke wijn die enige ervaring vraagt om er te kunnen van genieten, óf ik ben na mijn zware verkoudheid al mijn smaak- en geur-referentiepunten kwijt. Ik hoop op het eerste.
Ik voelde me in al mijn eenzaam proefplezier al snel gesteund door Sister Google. Sybille Kuntz blijkt voorwaar geen dertien-in-een-dozijn-wijnmaakstertje te zijn.
Sybille nam in 1984 het kleine wijndomein (5 hectare) van haar vader over. Het domein is verdeeld in zes wijngaarden en die liggen op enkele vande mooiste hellingen van de Moezel. Haar vader maakte er tot dan enkel de traditionele, wat zoete rieslings. Ze gooide het roer meteen om en besliste om enkel nog droge riesling te maken met een voor die streek bijna misdadig laag rendement. De gemiddelde opbrengsten langs de Moezel liggen rond de 100 hectoliter, maar Sybille houdt het op 32… Er wordt in haar wijngaarden dusdanig gesnoeid dat er niet méér dan vier ogen per vierkante meter overblijven. De Keizerin van de Riesling – zo wordt ze inmiddels genoemd – werkt bovendien sinds enkele jaren volledig biologisch en laat haar wijnen gisten op houten vaten. En dat in een streek waar het al roestvrij staal is wat de klok slaat…
Het zal niet verwonderen dat haar wat eigenzinnige aanpak, die brandhout maakt van alle gewoontes en tradities langs de Moezel, niet overal in de streek op applaus verwelkomd wordt. Sommige van haar collega’s noemen haar “de heks van de Moezel”, omdat ze zowat alle vaste wijnwaarden en -zekerheden in haar streek aan het wankelen gebracht heeft.
Maar dat zal Sybille wurst wezen. Inmiddels staan haar wijnen al op de wijnkaart van het Londense toprestaurant The Fat Duck en in de Jean Georges in New York. En in 2001 gaf het wijntijdschrift Decanter de droge spätlese van Kuntz drie sterren.
Sybille Kuntz heeft nog meer ambities. Ze droomt ervan in het zuiden van Duitsland een pinot-noir wijngaard op te zetten. “Dat is een moeilijke druif, net als riesling. Dus we weten dat we dat aankunnen”, verklaart ze niet zonder enige zelfzekerheid.
Hoe het komt dat deze topriesling vorige week voor goed vier euro in Delhaize te koop stond? Ik kan me er wel iets bij voorstellen. Zou het kunnen dat Sybille haar basiscuvée 2000 voor een habbekrats aan een supermarktketen verkocht om cash binnen te krijgen voor de omvorming van het domein? Zou het kunnen dat de Delhaize-aankoper niet doorhad dat hij topriesling in handen kreeg? En zou het tot slot kunnen dat de aankopers van Delhaize zeven jaar na datum nog steeds niet weten dat madame Kuntz inmiddels een grote dame geworden is en daardoor de wijn voor de oorspronkelijke prijs min 15 procent in het verdomrekje zetten?
Eerlijk gezegd: ook mij zal het wurst wezen. Ik heb mijn tien flesjes voor goed veertig euro en ik vind ze heel erg lekker. Of zou er nu toch iets met mijn smaakpapillen aan de hand zijn?