Vintage 2001

Terwijl het publiek binnenschuifelt zitten Kees en Guy quasi achteloos ‘ Man bijt hond’ van commentaar te voorzien. Af en toe kijken ze de zaal in en mompelen ons iets toe ( ‘dat we vooral niet hoeven te zeggen hoe koud het is buiten, neenee mensen, niet doen’ ).

Als het laatste zitje is ingenomen heten ze ons welkom.

 

Wij hadden alweer tamelijk laat gereserveerd ( de week erna was alles uitverkocht ), en moesten het doen met plaatsen op het zijbalkon. Het zicht was niet slecht, maar de stoelen staan niet naast maar achter elkaar, zodat het lijkt alsof je in een bus zit. Even wennen, maar als de busrit goed is kan dit de pret niet bederven.

En er volgde wel degelijk een heel aangename, onderhoudende avond.

Geen grote kunst, je zou het eerder het etaleren van kunstjés kunnen noemen, maar dan wel perfect beheerst door de performanten (  I  know, performers, maar ze waren dus wel zeer performant ).

Elk om beurt brachten ze een verhaal of  anekdote.

Kees enthousiast entertainend, Guy op z’n eigen onderkoelde Mortiermanier.

Bij het verhaal van de ‘dormobiel’ met chemisch toilet  dat Van Kooten vertelde ( hoe hij – om het te legen – met de pot vol faecestelijkheden als een koffer in de hand een café betrad en uit beleefdheid eerst iets diende te drinken aan de toog, alwaar de  autochtone hangouderen zich  met loense blik afvroegen of er nu ook al terroristische toeristen bestonden ) lag de helft van de zaal plat. De andere helft lag in een lachkramp. 

Ook Mortier was soms onweerstaanbaar grappig, maar dan vooral met z’n van ‘De Taalstrijd’ en ‘De Perschefs ( dát waren nog eens zondagochtenden )  bekende woordspelletjes à la Rektaal = Limburgs’.

Na de pauze was voor mij het vet ietwat van de soep (  misschien omdat ik met mijn gedachten al bij het door Gerten bestelde vervolg zat ), maar ik ben toch blij dat ik deze twee heren van stand ‘ns live mocht meemaken.

 

Na de voorstelling had elk lid van het gezelschap het zelfde liedje in z’n hoofd.

De fanfare van honger en dorst ( van Lieven Tavernier, niet Jan Dewilde ! ).

 

Zoals gezegd, Gerten was voorzienig geweest en had een tafeltje ( en stoelen ) gereserveerd in de ‘ Vintage’.

Een wijnbar, wat dacht u.

Gezellig kader, vriendelijke bediening en 3 jaargangen Wine Spectator, de Parkergids en andere wijnpublicaties ter uwer beschikking.

Niet bevorderlijk voor de conversatie wanneer 2 wijnfreaks dit lekkers zien liggen.

En dan hadden we nog geeneens de wijn geproefd !

Mooie kaart, zie hier indien u meer wil weten,  we twijfelden tussen de Branaire ‘96 en de Potensac van 2001.

Omdat geen van ons al Potensac had gedronken, en door de goede reputatie van dit domein – hij wordt gemaakt door de équipe van Leoville les Cases – besloten we te kiezen voor
deze Cru Bourgois exceptionelle.

( Ware reden :We vonden die St Julien iets té duur voor onze door de wijnfobie ( wijnmanie – skynet-taalpolitie -) reeds erg aangetaste geldbeugeltjes ).  

Het eten was eetbaar, hoewel ik u aanraad gewoon te kiezen voor een simpele  Croque Maison. Lekker én passend bij eender welke wijn.

Zoals ook bij de Chateau Potensac, Médoc 2001.

Een wijn die ik best kan omschrijven als authentiek..

Vakmanschap vertaald in puur drinkplezier.

Geen opgesmukte, houterige fruitbom, maar een ongelooflijk evenwichtige, fijne wijn, met heel wat structuur en een, ondanks de aanwezige tannines,  zachte afdronk.

Ik was hierdoor zo gecharmeerd dat ik het niet kon laten om de volgende dag de vergelijking te maken met de tweede wijn van Léoville, Clos du Marquis, Saint Julien 2001.

Deze ‘tweede wijn’ wordt gelijkgesteld met de betere Grand Cru Classés van de Médoc. Ik kocht hem 2 jaar terug in het wijnfestival van Auchan ( 20 euro), en heb spijt dat ik er niet meer binnenhaalde. Hetzelfde pure karakter van de Potensac, maar met net dat tikkeltje extra diepte en concentratie dat het verschil maakt tussen een uitstekende en een topwijn.

Althans, voor mij is dit een topwijn.

Maar ik heb nog nooit een Krug gedronken natuurlijk..

U vroeg ? Krug !

For your reading pleasure – en om oogverstuikingen tegen te gaan – :

PvdW op de voorpagina !

God bestaat

Ik heb groot nieuws. God bestaat! Ik heb er lang aan getwijfeld, ik heb het nadien zelfs lange tijd ontkend, maar ik was verkeerd. Sinds vrijdagnacht, kwart over twee, weet ik het zeker: God bestaat en woont in Frankrijk. Het spreekwoord dat het heeft over “leven als God in Frankrijk” mag voortaan dus zeer letterlijk genomen worden. En ik zal u vertellen hoe ik dat ontdekt heb.
Vrijdagavond was het nog net januari, dus was het nog steeds enigszins verantwoord om een nieuwjaarsetentje te organiseren. Mijn baas was dezelfde mening toegedaan en dus had hij ons uitgenodigd in een exquis restaurant in het landelijke Merendree. We hebben er uitstekend gegeten en de bijpassende wijn deed wat hij moest doen: passen. In andere omstandigheden had ik wellicht mijn bijdrage gewijd aan de niet onverdienstelijke Chardonnay uit het land van Oc die we bij het voorgerecht te drinken kregen of aan de wel zeer uitstekende Haut Médoc uit het gezegende jaar 2000 die de opgetooide Mechelse koekoek begeleidde. Tijdsgebrek en de volgorde van belangrijkeid der dingen dwingt mij echter hier niet te lang bij stil te staan.
Mijn baas is een nachtuil en u zal misschien aan het uur dat ik mijn berichten post ook al gemerkt hebben dat ik tot deze categorie gevleugelden mag gerekend worden. Vandaar dat we na het eetmaal bijna vanzelf tot de conclusie kwamen dat het nog maar “half achternoene” was en dat we met andere woorden nog wel een stapje in de wereld wilden zetten. Mijn wederhelft – gelukkig is er nog iémand in mijn omgeving die het rechte pad bewandelt – wees er me echter zeer terecht op dat onze thuiswachtster niet onverdeeld gelukkig zou zijn met nog latere esbattementen. Om een lang verhaal kort te maken ( sic – vinejo ) : we spraken af dat we bij ons thuis nog een korte nabespreking van de avond zouden organiseren. “Maar dan loop ik wél eerst nog even thuis langs”, preciseerde mijn baas. “Want ik heb een paar flessen gekocht die ik je toch eens wil laten proeven.” Tussen haakjes: het feit dat je overal rondvertelt dat je nogal fanatiek met wijn bezig bent, heeft dus af en toe (maar meer en meer) collaterale gevolgen die niet te versmaden zijn.
Mijn baas was een tijdje geleden naar een veiling geweest waar de inboedel (en de wijnkelder) van een failliet restaurant onder de hamer ging. Hij had een behoorlijke smak geld uitgegeven en er in ruil véél flessen voor gekregen. Maar het was vooral de Champagne waar hij zich vragen over stelde. Die smaakte volgens hem “zeer goed”, maar hij wilde er toch ook wel eens mijn mening over. Kijk, ik ben geen moeilijk mens, dus als ik iemand daar een plezier kan mee doen, offer ik me wel even op…
De toestand van mijn bankrekening heeft er de afgelopen jaren voor gezorgd dat ik niet echt een Champagnekenner ben geworden. Maar toch had ik de naam “Krug” wel ooit al horen vallen. Toen ik de “Grande Cuvée” van dit huis dus ontkurkte en ik vervolgens voor ons vieren een glaasje uitschonk, was ik al min of meer gerust dat we hier niet met een soortement Stassen zouden geconfronteerd worden. Ook de ronduit schitterend gestileerde fles krikte de verwachtingen enigszins op.
Wat volgde is nauwelijks in woorden te beschrijven. Nooit – NOOIT – heb ik iets gedronken wat ook maar in de BUURT kwam van deze godendrank. Een neus die qua complexiteit het karakter van een door schizofrenie geplaagde en bloedmooie maar onhandelbare filmster fors overschrijdt, een smaakpallet dat je als in een rollercoaster van hot naar her zwiert en een afdronk… Tja, ik heb soms het gevoel dat hij er 48 uur later nog is.
Enig opzoekingswerk leerde me imiddels dat Johan-Joseph Krug in 1843 zijn eerste Krug maakte en dat zijn nazaten het werk met een onvoorstelbare gedrevenheid verderzetten. De Grande Cuvée is een assemblage van maar liefst vijftig (!) verschillende stille wijnen van 20 tot 25 (!) wijngaarden en uit 6 tot 10 (!) verschillende jaren. Een derde tot de helft (!) van de champagne bestaat uit “reservewijnen” die dan gemengd worden met wijnen uit de jongste oogst. Deze cuvée rust zes tot acht jaar (!) horizontaal “sur lattes” vooraleer hij klaargemaakt wordt voor consumptie. Krug is het enige champagnehuis dat al zijn wijnen laat gisten én rijpen op eikenhouten vaten. Dit leidt tot een wijn die wat mij betreft alle punten en (Vera Dua zal content zijn) uitroepingstekens verdient. Toen ik na mijn opzoekingswerk ook hier en daar prijzen tegenkwam, begreep ik dat deze uitzonderlijke kwaliteit ook op financieel vlak niet echt van deze wereld is. Voor 75 centiliter van deze Grande Cuvée betaal je tussen 150 en 170 euro…
Zijn dit gekke prijzen? Wellicht wel. Met die pakweg 6.000 oude Belgische franken kan je een weekend met de kinderen weg, met zijn tweeën van een magnifiek diner genieten of zo’n 50 flessen Ventenac aanschaffen bij Carrefour. Maar als je ze dan toch niet zélf moet betalen, staan twee glazen van deze godendrank gelijk met een mijpaal in het leven. Zoals je nooit vergeet waar je was toen je hoorde dat Dutroux ontsnapt was of toen België tijdens het WK midden in de nacht de USSR afdroogde, zo herinner je je geheid het moment dat Krug bezit nam van de volledige bovenste helft van je lichaam.
En het is daarom, mijn beste Vinejo, dat ik er nu van overtuigd ben dat God bestaat.
God bestaat, woont in Reims, assembleert champagnes en heet Krug.

Amen.

<!– –>

Paul Van de Wijngaard

 

How to survive on Sunday

Gisteren Van Kooten en Mortier.

Daarna Vintage wijnbar.

Morgen korte impressie.

 

Vandaag genoten van een lazy Sunday.

Vtje was gaan werken.

Wat gewerkt op computer.

Zevende dag.

Nog wat computer.

Tennis.

Afwas.

Flesje open

Niet zomaar een flesje.

Een zondags flesje.

Clos du Marquis 2001.

Fabuleus.

Veldrijden.

Humo.

Kip insteken.

Genieten van wijn.

In Riedlglas.

Arcade Fire.

Ook fabuleus.

Volumeknop 7.

Sla kuisen.

Tomaten snijden.

In vinger snijden.

Ontsmetten.

Pinguïnpleister.

Eten met V en kindjes.

Stukje voetbal.

Afwassen.

Eurosong met familie.

Nog een glaasje.

Nog wat computer.

Berichtje intypen.

Herlezen.

Posten.

In extremis

 

Een gedichtje voor gedichtendag

Waarover zal het gaan

De zinloosheid, de ledigheid

De hel van het bestaan

 

Ontsnappen uit vergetelheid

De pijnen van het zijn

Nee nee, maak u geen zorgen

Het gaat weer over wijn.

 

 Segonzac en Santa Rita

Chateau Segonzac, 1re cotes de Blaye 2001 : Gekocht in het wijnfestival 2004, 6,99 euro.

 

 

Mocht ik deze wijn blind geproefd hebben, mijn eerste gok was Bandol geweest.Een totaal a-typische neus, wild en dierlijk, leer en zwart fruit, nooit eerder waande ik mij meer in een bos bij het snuiven aan een glas Bordeaux.

Ook in de mond vertoonde dit bossensap een zware en geconcentreerde structuur die eerder aan het Zuiden van Frankrijk deed denken dan aan een Girondewijn.

De Cotes de Blayes ligt eigenlijk tegenover de Médoc ( aan de andere kant van de stroom) en is de meest Noordelijke ( en dichtst bij zeeliggende ) appelatie van die oever. Zou dit al één verklaring kunnen zijn van het karakter van deze wijn, dan vond ik er alvast nog een andere.

Dankzij de heer Parker, die dit één van de betere wijnen van deze appelatie vindt ( vooral dan de speciale cuvée, Héritage ) vond ik de druivensoorten die in de assemblage voorkomen :

60 % Merlot, 20% Cab. Sauv., 10 % Cab. Franc en….10 % Malbec !

Malbec, de druif van de Cahors ( ginds ook wel Auxerrois of Cot noir genoemd ) is inderdaad één van de toegelaten cépages in Bordeaux ( de andere zijn Merlot, de 2 Cabernets, Petit Verdot en Carmenère ).

Diegenen die de karaktervolle en geconcentreerde Cahorswijnen kennen, zullen me gelijk geven wanneer ik het uitzonderlijke temperament van de Segonzac aan deze druif toeschrijf.

Enig opzoekingswerk leerde me dat weinig domeinen deze druif aanplanten. Enkel in Montagne – St Emilion (Chateau des Tours, 33 % !) en de Bourg vond ik een paar kastelen die de eigenschappen van de Malbec gebruiken om hun wijn meer body en karakter te geven.

85-86

 

Santa Rita Cab. Sauvignon Medalla Real, Maipo Valley 2002 : Dit is de grote broer van de alomgekende heilige Rita, gekocht bij Carrefour aan amper één euro meer dan de ( al bij al toch middelmatige ) gewone cuvée. ( 8, 59 euro ).

En de extra euro is zijn geld méér dan waard, wat zeg ik, het kwaliteitsverschil is nog groter dan dat tussen broertjes Frank Gallan en Herman Van Molle.

Ik dronk hiervan ooit de 1993 ( met dank aan St Canardus ), en toen vond ik het exotische karakter van deze wijn opmerkelijk maar iets té uitgesproken.

De jongere versie kon mij veel meer bekoren.

In de neus appelsienschil, zwart fruit, myrtille ( schitterend getraceerd en benoemd door Vtje ). In de mond in eerste instantie alweer iets te veel die typische appelsienschil, maar na een tijdje blootstelling aan de lucht werd de smaak gevarieerder én…heel lekker.

Perfect evenwichtig, zijdezacht en toch full bodied vertoonde deze wijn een schitterende structuur.

Wat niet per sé van deze proefnotities gezegd kan worden…

87+

dierlijke aroma’s

Momenteel heb ik niet veel zin om m’n vrije tijd aan de computer op te offeren.

‘k Heb nochtans veel te vertellen.

Onder andere over mijn eerste bezoek aan een wijnveiling.

En over een aantal nieuw ontdekte, leuke wijnen .

Die ik even enthousiast zal bespreken als de kenner op

(h)onderstaande cartoon.

EINDELIJK !

p{margin:0}p{margin:0}

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eindelijk krijg ik gelijk

Eindelijk gerechtigheid

Na jarenlang vechten

tegen windmolens

En tegen de bierkaai

Of de wijnbaai

Na urenlange discussies

Heroïsche vechtpartijen

Afgebroken relaties

Gesprongen vriendschappen

Na jaren van spot

Ongeloof

Geschimp

Wordt mijn stelling eindelijk bevestigd

En niet zomaar door tante Kaat

Maar via een wetenschappelijke traktaat…

 

…Wijn past NIET bij kaas !!! 

 

 

 

WIE KAAS EET, PROEFT HET VERSCHIL TUSSEN GOEDKOPE EN DURE WIJN NIET MEER

Kaas, ze
ker blauwe kazen, zorgen ervoor dat je de bessenaroma’s of eiktonen van een lekkere wijn niet meer proeft. Resultaat: je gasten proeven het verschil tussen een goedkope en geraffineerdere dure wijn niet meer. ‘Drink gewoon de wijn die je lekker vindt bij de kaas die je lekker vindt’, is het advies van Berenice Madrigal, voedselchemica aan de universiteit van Californië.
Het huwelijk tussen wijn en kaas werkt niet, zo blijkt uit haar onderzoek.

Du vin, du pain et du boursin: meer heb je niet nodig om te leven als God in Frankrijk.

Dat wijn bij kaas past zoals een lepel bij soep, daar twijfelde niemand aan. Tot voedselwetenschappers er zich mee gingen bemoeien. De Zweedse onderzoeker Tobias Nygren berichtte eerst dat witte wijn met blauwe kaas geen hemelse combinatie is: de kaas vlakt de smaak van de witte wijn alleen maar af, zo ontdekte hij.

En nu komt de tweede teleurstelling: ook rode wijn smaakt alleen maar vlakker als je er kazen bij eet. Dat staat in het maartnummer van het American Journal of Enology and Viticulture.

Voedselchemica Berenice Madrigal bracht acht wijnen, acht kazen en elf wijnkenners bij elkaar. Over een periode van drie maanden proefden en beoordeelden de kenners eerst de wijnen apart, en daarna de combinatie van elke wijn met elke kaas. Ze had voor het experiment telkens een goedkope en een dure versie van de pinot noir, syrah, merlot en cabernet sauvignon gekocht. En bij de gespecialiseerde kaasboer had ze besteld: twee harde kazen (emmentaler en Gruyère), twee soorten cheddar (uit Vermont en New York), twee zachte kazen (mozzarella en teleme) en twee blauwe kazen (gorgonzola en stilton). “Onze definitie van een goede combinatie is dat de twee smaken elkaar beter doen uitkomen”, zegt professor Hildegarde Heymann van het departement viticultuur aan de universiteit van Californië. “Maar uit ons onderzoek blijkt dat dit niet het geval is.”

Geen enkele combinatie van een van de acht kazen met een van de acht wijnen bleek de smaken boven zichzelf te doen uitstijgen. Integendeel. Van emmentaler tot gorgonzola, de kazen maakten de wijn minder zurig en fruitig, en deed ook de eiktonen verbleken. De twee blauwe kazen hadden een iets sterker effect dan de twee zachte kazen, maar het verschil was klein.

“Volgens de publieke opinie hadden we het tegenovergestelde effect moeten zien.

De kaas had de smaak van de wijn net moeten accentueren, in plaats van af te zwakken.” Alleen de vette, boterachtige smaak van wijn kwam beter op de voorgrond door er kaas bij te eten. Maar het kruidige, fruitige, houtige en zurige van de wijn verdween op de achtergrond door de kaasschotel.

Er zijn twee verklaringen waarom kaas de smaak van rode wijn afvlakt, aldus professor Heymann: “Het vet uit de kaas kan een laagje vormen in de mond, dat het waarnemen van de subtielere smaken van wijn bemoeilijkt. Een andere mogelijkheid is dat de smaakmoleculen uit de wijn gebonden worden met de eiwitten uit de kaas, waardoor we de wijn minder goed proeven.”

Wijnkenner Frank Van der Auwera blijf in het huwelijk van kaas en wijn geloven.“ Veel mensen maken inderdaad de vergissing om een grandcruwijn bij een kaasschotel te serveren, waardoor die wijn niet tot zijn recht komt. Wijn bij een kaasschotel moet niet duur zijn. Goedkope landwijnen kunnen ook bijzonder lekker zijn bij een stuk kaas. Er zijn kazen die een gewone landwijn boven zichzelf kunnen doen uitstijgen”, zegt Van der Auwera. “Een roquefort met een zoete chardonnay erbij, dat is heerlijk.

 

Bron : De Morgen, 19 01 06

Budgettaire (w)eindjes

p{margin:0}p{margin:0}

Stel : U zit in het oudercomité van een school en wenst een receptie te geven voor alle medewerkers van het afgelopen jaar.

( Hoe kóm ik erop? )

Never mind, stel dat u verantwoordelijk bent voor de aanschaf van de dranken, in casu, wijnen.

U wil, in weerwil van wat men receptiegewijs soms in uw strot wil duwen, de mensen trakteren op een kwaliteitswijntje.

Zo ééntje dat de gasten niet onverschillig laat.

Waarvan men bij thuiskomst niet naar het hoofd grijpt, maar naar elkaar.

 

Niet zo makkelijk natuurlijk, in de wetenschap dat elke school met veel moeite de budgettaire (w)eindjes aan elkaar kan knopen, en dat vele oudercomité’ s hun financiële middelen aanwenden om kosten te dekken van leerlingenvervoer, uitstappen, schoolmateriaal  enz..

 

U wendt zich vervolgens tot een helderziende, een dienstbetonend politicus, Vitaya, een druivenfluisteraar en Kardinaal Danneels.

 

Maar niemand kan raad brengen.

 

Tot u , door een gelukkig toeval ( ‘Dina Tersago naakt’ als zoekterm op Google ) op deze blog terecht komt.

 

En jawel, hier vindt u het ideale scenario :

 

U begeeft zich naar de dichtstbijzijnde Carrefour ( de verafstliggende zou onnozel zijn ).

U ontdekt dat ( – het bezoekje aan de kerkelijke vertegenwoordiger van God op aarde heeft tóch zin gehad- ) de Ventenac 3 + 1 gratis staat !

U koopt deze wijn dus aan 3 euro de fles ( eigenlijk 2,70 euro, want u zal in totaal wel aan 24 flessen wijn komen ).

Wanneer u pakweg 4 euro de fles wil uitgeven ( hoe kóm ik erop bis ), dan heeft u voor uw witte wijn 1, 30 euro over.

Als u in dezelfde winkel wil blijven komt Chateau Roquefort aardig in uw budgettair bereik .

Deze wijn kost ongeveer 5,50 euro, maar met 10 % korting kom je aan 5 euro !

Ik besprak hem ik reeds eerder ( zie archief ), hij is fantastisch lekker, zowel voor ( pseudo)kenners als voor MarieJeanneke van Roger van den ouwen van de zwager van den bakker zijne nonkel. 

2,70 + 5 = 7,70 euro voor een rode en een witte fles, mooi binnen het budget.

 

Wanneer u echter die Ventenac niet ziet zitten ( u bent niet voor hypes ), dan heb ik nog een mooie ( nieuwe ) tip aan dezelfde prijs ( 2,99 euro) : Chateau Villerembert – Moureau, Minervois  2004 :  fruitig en evenwichtig drinkplezier, de kersen en aardbeien  dansen in het glas en doen u reeds in de zomer geloven. Veel beter dan de gelijkgeprijsde ( én door de wijnverantwoordelijke aangeprezen ) Chateau de Vergel uit Delhaize ( die vooral dat mooie evenwicht mankeert )

 

Als u tóch in Delhaize wil kopen kan ik verwijzen naar de witte ( én volgens Pvdw ook de rode )   Les Florets, Cotes de Lubéron. Zo komt u nog een stuk goedkoper uit ( onder de drie euro per fles ), en niemand zal boos zijn op de wijninkoper.

Maar er zal, in tegenstelling met de vorige wijnen, ook niemand achteraf nog iets over zeggen of vragen.

 

Is Colruyt het dichtstbijzijnde warenhuis, dan kan ik u voor de witte wijn een héle lekkere Spaanse wijn aanbevelen, Con Class, Bodegas de Castilla, Rueda 2004 en in rood de Australische Chapoutier waar PvdW u in één van volgende reacties zeker meer over kan vertellen.

 

Want deze jongen is nu even uit(ge)verteld.