Hedoclub (prelude deel 2)

Ons kwartet proevers was nu klaar voor een kwartet Bordeaux.

De eerste Bordelees had een floraal aroma, fijn zwart fruit (cassis) en koffie.
Bijzonder Bourgondisch in de mond, sappige elegantie met mooi afgelijnde tannines die zorgen voor een heerlijk koel (maar absoluut geen kil) mondgevoel.

In 1855, toen het klassement van de Grand cru Classés in de Medoc werd opgemaakt volgens toenmalige prijs en verkoopscijfers, was Chateau Angludet (vroeger d’ Angludet) in een mindere periode qua kwaliteit en populariteit. Nochtans maakt men sedert de jaren 80 wijnen die het niveau van een GCC evenaart , aldus Bordeaux connaisseur Robert -Bobby- Parker.
Vijf jaar geleden kon ik dit al bevestigen, getuige mijn enthousiaste notities aangaande de 1983 van dit domein, zie hier .
Ook deze Chateau Angludet 2014 kon ons dus enorm bekoren en haalt makkelijk 91 punten op de Bobschaal.

Om de kwaliteit van vorige wijn nog beter in de verf te zetten schonk ik er een andere Margaux naast, maar dan wel een vaste waarde met mooie adelbrieven, Chateau Malescot St Exupéry 2014.
Deze Troisieme Grand Cru Classé toonde zich iets krachtiger, romiger, met dezelfde elegantie maar met nét iets meer laagjes en compexiteit. Bijzonder lange afdronk ook.
92+

Na de goede ervaringen de laatste maanden met de jaargang 2002 (op linkeroever dan wel) had ik besloten om nogmaals twee wijnen uit dit oogstjaar te offeren voor het altaar der aanbidders van Bacchus.

Wijn 1 had bloemetjes, tabak, eerder rood  rijp fruit, gedroogde bloemen en Mariakes (echte benaming is blijkbaar guimauves). Verrassend krachtig in de mond, met veel fruit en wat droogtrekkende tannines. Hier werd zelfs niet onmiddellijk aan Bordeaux gedacht, iemand opperde zelfs Bandol, iets waar ik zeker kon inkomen.
Waar men echter Bandol de “Pauillac” van de Provence noemt ging het hier alweer om een…Margaux. De gemeente Cantenac herbergt een aantal bekende Crus, waaronder Brane, Cantenac Brown, en de minst bekende Boyd Cantenac, die gevinifieerd wordt in de kelders van buur Chateau Pouget (eigendom van dezelfde familie, Guillemet).
Deze Boyd Cantenac 2002 was lekker, maar bracht niet de finesse die we van een Margaux mogen verwachten. 89

De wijn die we ernaast dronken loste die verwachtingen dan weer wél in. Pauillac noemt men soms de meest krachtige appelatie van de Médoc, maar men vergeet hierbij veelal dat men hier van de subtielste wijnen maakt ter wereld.

Chateau Grand Puy Lacoste (veel beter gewaardeerd dan zijn naamgenoot  Grand Puy Ducasse) ligt nét naast Chateau Lynch Bages, en brengt wijnen op de markt die zeker op het niveau staan van deze illustere buur.
De 2002 van dit huis bracht ons in vervoering met zijn edel boeket van, jawel, bloemetjes, gelardeerd met truffel, Oosterse kruiden, laurier en een openstaand sigarenkistje. Ook in de mond viel de finesse op, met  ceder en chocolade in het lange en uitgebalanceerde mondgevoel. 92

Tijd voor een einzelganger, een wijn die volgende impressie naliet:
Specerijen, rood fruit, kandijsuiker, dan ook zwart fruit. Een warme rondeur in de mond, met doorlopend mooie zuurtjes en een afgeronde stevigheid. Tja, zo heb ik het toch genoteerd. Hoe dan ook, deze wijn kon elke proever énorm bekoren. De Atsuko van Domane Les Milles Vignes werd gemaakt van 75 jaar oude grenache en vertoont voor een grenache een finesse met Reynaud allure. Wat een ontdekking!

Excuses aan de Italofiele lezer, maar het volgende duo viel wat uit de toon.
De Piëmontese Cardin Selezione 2006 van Cantina Roera haalde niet meer het niveau van een jaar of 4 terug, toen deze wijn toonde tot welke schoonheid een barbera in staat is. Jammer genoeg overheersten de dode bladeren nu het aroma, en ook in de mond vonden we niet meer de nodige fraicheur.
Ook de tegenhanger miste een dosis Italiaanse flair, maar dit lag eerder in de lijn der verwachtingen, gezien het om een wijn ging die gemaakt is van de malbec (of in dit geval zelfs de tannat) van Italie, de Sagrantino. Deze Umbrolese, eh, Umbriaanse, of nee, Umbrijnse, enfin deze wijn uit de provincie Umbrië staat namelijk bekend voor zijn stevige tannines. De Montefalco Sagrantino 2006 van Tabarrini had nochtans een aangenaam rijpe neus met zwart fruit, menthol, grillchips en iets wat door éen van de proevers werd omschreven als het resultaat van- ik vermijd het vierletterwoord-  vers gevomeerde excrementen.
De mond viel mee, maar de tannines zorgden voor hetzelfde effect als bij een voetbalwedstrijd waarin je na een knappe prestatie in de laatste minuten nog een doelpunt tegen krijgt. Het verpest eigenlijk je hele match.

Onze match was ook quasi ten einde, we sleepten ons voort op de glasmat.

We deden ons dan maar te goed aan de kaasschotel, begeleid door restjes wit en rood.
Voor bij de stilton was Rieussec 2001 voorzien, die was wel goed, pure nectar,  maar verrassend geëvolueerd in kleur, misschien doordat het om een half flesje ging?
Van de Borges Madeira Verdelho 20 years had ik veel verwacht maar de alcohol was te dominant naar de afdronk toe.

Toen de gasten reeds klaar stonden om te vertrekken besefte ik dat ik een wijn vergat te schenken, de Pouget Margaux 1982 die het Bordeaux (Margaux)  gedeelte mooi zou aangevuld hebben. Dan maar snel nog even het glas in, desnoods om op de trein of tijdens de taxiservice een slokje te proeven. Een wijndrinker moet flexibel en polyvalent zijn!

 

 

2 gedachten over “Hedoclub (prelude deel 2)

  1. Even terug op de plaats waar het allemaal begon….

    De kwaliteit van de Pellebouc was eigenlijk de aanzet op een zeer puike proeverij.
    In mijn geheugen pas ik de titel aan naar hedoclub deel 1.
    We dronken zeer mooie en verrassende wijnen.
    Ook hier even terug waar het allemaal begon, bordeaux, met de zeer mooie duo’s 2014/2002.

    Enig minpunt misschien: Alle ‘Margoos’ lijken het ouderlijk huis wel te verlaten…

    Een prelude of een coda op de trein 😀

    Merci beaucoup.

    Like

Plaats een reactie