Witte en rode opwarmertjes, hoofdact in een een kinderkous en een hilarisch toetje

Een avondje Wachtebeke. Het wachten meer dan een beetje waard, woordspeelde hij bijzonder flauw.
We begonnen op het terras, met een Nederlandse wijn. Geen idee meer dewelke, maar ik vond ‘m wel verdienstelijk. Maar dat zegt men van Wilders ook, dus gauw naar de volgende.

Een wit triootje. Hoewel koel geschonken bleek later dat deze wijnen opwarmertjes waren voor een aantal rode kleppers. En zelfs die rode kleppers speelden eigenlijk nog in het voorprogramma…Maar daarover verder meer.

De witte opwarmertjes
Alain Paret, Ceps du Nebadon Viognier 2007:
Honing, perzik, tropisch fruit. Licht ontgoochelende wijn. (Colruyt, 18 €)
Senatori Vini Ciro Calabria Greco di Bianco
 Honing, licht getoast, deed eerder denken aan een Bourgogne dan een viognier (waarmee ie doorgaans wordt vergeleken). Goed, zeker voor zijn prijs. (Cavatappi 8,83 €)
Montes de Toledo Vallegarcia Vino de la Terra de Castilla, viognier 2007: 
Wat rokerig, kruidig, rijp fruit, zuiver en evenwichtig, mooiste wijn van de drie. (La Riojana 15,39 €))

DSCN9778.JPG

De rode opwarmertjes
Chateau de Fieuzal Pessac Léognan 2005: Rokerig, cassis, leder. Weerbarstig in de mond, doet aan onrijpe syrah denken, tannine is bitter. Nadien vond ik terug op verscheidene wijnforums dat Fieuzal in 2005 z’n wijn rateerde. Inderdaad.
Vine Nobile de Montepulciano 2007, naam niet goed genoteerd (zie foto): geroosterde toetsen en zwart fruit, behoorlijk typisch, Ok-wijn.
Lopez Christobal Ribera del Duero Crianza Hier noteerde ik vanilleFLOP, persoonlijkheid NUL.

DSCN9781.JPG

Dat kon beter. En het werd ook beter.

De rode kleppers
Jaboulet Les Jumelles Cote Rotie 2006
Zwart fruit, mooie kruidigheid (laurier, peper), nieuw leder, in de mond sappig en uitgebalanceerd, perfect evenwicht, nobele toets. Schitterende wijn (Vine Devos 51 €)
Andrea Oberto Vigneto Brunate Barolo 2005:
Kersen, aardse toetsen,en lichte animaliteit, in de mond krachtig en koel tegelijk, zeer knappe wijn, gemaakt door een ex-buschauffeur. (Cavatappi 44,11 €)
Mauro VS Castilla y Leon 2004
Vanille (die direct aan Spanje doet denken), zwart fruit, krachtig maar zacht mondgevoel (mede door de houtlagering). Haalt internationaal hoge scores maar ik miste complexiteit. (La riojana 61 €)

DSCN9793.JPG

De Hoofdact.

Er volgde een fruittaartje.
Aha, ideaal voor de bij de Sauternes, riep iemand.
Erik deed heel nonchalant, liet blijken dat hij niet echt aandacht had besteed aan de dessertwijn, de vorige toppers in gedachten, t was al mooi geweest…

Maar toch haalde hij twee halve flesjes uit, mooi verstopt in een kinderkous.
Eerste fles ontkurkt, de glazen worden gevuld.
Hoewel de tafelgenoten sowieso een verweerd en getekend gezicht hebben, kon ik bij enkele van hen toch onmiddellijk een grimas ontwaren bij het ruiken aan het goudgele goedje.
Toen ik eindelijk ook het eigen vlezige reukorgaan in het glas kon duwen was het verdict vlug duidelijk.
Kurk.
Ach ja, dat gebeurt… Ander en beter…

Tot Erik het etiket ontblootte…
Eén van de proevers lag plots op de grond en jammerde luid.
Een Yquem! Mijn eerste Yquem! GEKURKT!!!
Het gehuil en geweeklaag was te horen van in Wachtebeke tot ver over de Nederlandse grens…
De Yquem 1995 was dus door de gevreesde TCA bacterie besmet. Nightmare comes true…

Erik had nog de opponent over. Die zou het dan maar alleen moeten rooien.
Het andere halve flesje werd uitgeschonken, maar we kregen de kans niet om het godensap blind te proeven. Erik wou ons namelijk heel snel troosten, en onthulde algauw het etiket.
Yquem 1996.

Eén woord: Evenwicht. Of nog twee woorden extra: Ellenlange afdronk. En nog een Bonus-Bedenking erbij: terwijl ik ervan dronk probeerde ik me de sensatie van een Rieussec 2001 voor de geest te halen. Eigenlijk vond ik geen hemelsbreed verschil, enkel de extra finesse verantwoordde de reputatie van deze wijn. Niet de prijs uiteraard, maar dat weet ondertussen elke wijnliefhebber als het over de ultieme top van Bordeaux gaat.

DSCN9808.JPG

We genoten nog een tijdje van de gesprekken en het zalige zoetje, en enkele mensen verlieten het pand. Erik had al een tijdje aangedrongen om de gekurkte fles te vervangen door een andere, wij hadden hem dit wijselijk ontraden, mede omdat enkele mensen na de wijn nu snel de wol wouden opzoeken .
We keuvelden in trio verder en plots werd het Erik teveel.
Nee, zei hij, ze moet open.
De derde Yquem van de avond werd ontkurkt.

PvdW en ik waren in een toestand waarin we geen weerwerk meer konden bieden, zelfs mochten we dat nog gewild hebben. Qua decadentie hadden we al mindere avonden gekend.
De Yquem 1998 overtrof ruimschoots de 1996. Een fijne gerookte toets, mineraliteit, abrikoos. In de mond een hemels evenwicht, gecombineerd met een fabelachtige concentratie, eindigend in, let op, contradictio in terminis, een oneindige afdronk.

 

DSCN9815.JPG

Het hilarische toetje

Toch kwam er, zoals aan alles, ook een eind aan de afdronk en de avond. De uitdrukking “Het was mooi geweest” was meer dan ooit een understatement.
PvdW besloot eerst zijn glazen in te laden en daarvoor de kortste weg te nemen naar zijn wagen. Hij ging buiten via de terrasdeur, langs het huis en het gazon zo naar de oprit. Ondertussen was het al pikdonker, maar PvdW zou zijn weg wel vinden.
Erik en ik ruimden wat op, nog wat nagenietend van de heerlijke smaken van de botritys.
Plots werd er op het raam van de terrasdeur geklopt.

Er stond een silhouet aan de deur.
Erik schoof de terrasdeur open en schoot bij de quasi nonchalante vraag van PvdW in een onbedaarlijke lachkramp.

“Zou het soms kunnen dat er een vijvertje ligt in je tuin…?”

DSCN9825.JPG

 

DSCN9828.JPG

 

DSCN9827.JPG

 

 

Hartverscheurende wijn van duizelingwekkende genialiteit deel twee

Noblesse oblige. Wie bij de grootste Bandolofiel uit deze vlakke Vlaamse contreien op visite komt krijgt enkele Mourvèdremonsters voorgeschoteld.
Uiteraard wou ik het gezelschap overtuigen van de kwaliteit die er in de appellatie wordt gemaakt, maar tevens trachtte ik aan te tonen dat er tussen de domeinen onderling een groot verschil kan zijn qua karakter van de wijnen.

Chateau de Pibarnon ligt op 300 meter hoogte en bevindt zich daarmee zowat aan de top van de appellatie (in beide betekenissen van de uitdrukking). De wijngaarden liggen verspreid op de helling en zijn aangelegd in terrassen. De zon is maximaal maar door de hoogte is de temperatuur wat gematigder en ’s nachts is er een snelle en goede afkoeling. Op die manier kunnen de druiven traag rijpen, wat, net zoals bij vele andere kwaliteitsdruiven, essentieel is voor Monsieur Mourvèdre.
Kenners doen soms wat neerbuigend over Pibarnon, vooral omdat het domein zich de grandeur van een Chateau uit Bordeaux aanmeet en daardoor minder traditioneel lijkt dan vele ‘paysan-wijnboeren uit de streek. Ik kan dit wel begrijpen, maar wat telt is de wijn die je in je glas krijgt. Ik mocht al de 1993, 1998, 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 drinken en ben nooit ontgoocheld geweest.

Chateau Gaussen is zowat de tegenpool van Pibarnon. Hier geen prestigieus kasteel met sjieke ontvangst, wel een huis met uitgebouwde veranda en ontvangst tussen de bottelmachine en de dozen met etiketten. Aan de gezellige toog krijg je makkelijk 4-5 jaargangen te proeven.
Jean Pierre Gaussen runde tot 1996 met zijn broer Chateau de la Noblesse, maar na een geschil in de familie ging elk z’n eigen weg. Met iets meer succes voor de fanatieke Jempie, die ondertussen bij Bandolkenners zowat een cultstatus heeft verworven.
Gaussen maakt in topjaren een cuvée Longue Garde, die zijn naam meer dan waar maakt. Toen ik Jean Pierre, bij mijn eerste bezoek in 2004, vroeg hoelang zijn 1997 nog mocht blijven liggen antwoordde hij met guitige blik: “Mes vins sont eternels!”.

Van beide wijnen schonk ik de 2001, en het verschil lag zoals verwacht in het karakter, eerder dan in de  kwaliteit. Men proeft als het ware in de wijn wat men ook ziet bij bezoek ter plaatse: Pibarnon toont zich iets terughoudender, nobeler, meer aroma’ s van zwart fruit en peper, ik zou dit echt de Bordeaux-stijl durven noemen (met rijpe tannines dan wel :-)).
Bij Gaussen ligt de nadruk meer op het animale en de wilde Zuiders-kruidige toetsen. Toch vertoont ook de JPG dat mooie zwarte fruit dat de wijnen uit deze prachtige streek zo kenmerkt.

DSCN9600.JPG

Tijd vooreen écht Bordootje dachten we zo, en we plaatsten een Malescot St Exupéry 1999 naast een Chinon van hetzelfde jaar. De Margaux was zeer mooi maar werd nog overtroffen door de 100% cabernet franc van Charles Joguet.

 

DSCN9601.JPG

 

Ik vergat bijna te melden dat we de rode wijnen begonnen met een Trilogie van Le Pin. Dit in een poging om notoir merlothater PeterVdV te overtuigen van het feit dat deze druif wél hoge toppen kan scheren.
Groot was mijn verbazing (én respect) toen hij meldde dat de wijn in de neus schitterend was, maar dat hij in de mond iets…merlot-achtig had wat hij niet 100% kon apprecieren…
Nochtans was het nu net de zachtheid, rijpheid en finesse van de mond die in combinatie met de lengte voor mij de grootsheid van deze wijn bepaalde…  Collega blogger Erik beschreef dit eerder al mooi op deze plek.

Vooraleer we eindigden met een stukje Comté en de Chateau Chalon Vin Jaune van Peltier 1966 die Vinama meebracht(zeer hoog in zuren bij aanvang, daarna verbazend fris en jong!) proefden we nog een slokje  Rieussec 2001.Jammer genoeg leek die ons nét iets te zoet, getuigend van té weinig zuren om van een grote Sauternes te gewagen. Misschien een mindere fase? Of zaten wij zelf al in een mindere fase?

DSCN9606.JPG

Oeps.
Een stemmetje dat verdacht veel lijkt op dat van Peter Vdv fluistert me in het oor dat ik nog iets vergeten melden ben.

Ah, ja, de rosés!
Uiteraard schonk ik ook een Bandolrosé, namelijk de frisse maar toch volle Chateau de la Rouvière 2008 (van Bunan), zoals alle Bandolrosés gemaakt via pressurage direct.
Pvdv zette daar vervolgens ook een rosé naast die verrassend genoeg dezelfde kleur vertoonde. De geur was echter totaal anders, ik zou (volledig) blind bij een witte wijn hebben gezworen. Ook in de mond een ander gevoel, meer dominante zuren maar toch heel evenwichtig en mooi gemaakt.
Niemand van de proevers kon deze wijn ook maar enigszins plaatsen, en groot was onze verrassing toen bleek dat dit een Belgische (Vlaamsche! BdW. Berchem) wijn was. Gemaakt van de mij (en ik vermoed ook u) totaal onbekende druif Siegerrebe door Den Houwaert, het domein dat in 2009 vier plaatsen bezette in de top 5 van beste Belgische wijnen. Peter krijgt les van de wijnmaker zelf, vandaar ook deze fles…

Even later had Peter ook nog een rode wijn voor ons in petto. Een mooi, rijp aroma met zwart fruit, fijne kruidigheid. In de mond deed de wijn koel aan, maar toch met een zachte rondeur. Iemand dacht aan een Noord-italiaanse wijn (genre dolcetto), een ander zocht het in Portugal.
Ah, gekscheerde Vinama, seffens zegt hij ons dat dit ook een Bélgische wijn is!!
“Als dat waar is ga ik persoonlijk, met de broek naar beneden, op mijn blote knieën bij die wijnbouwer ‘Hosanna’ gaan roepen” reageerde iemand met een vuil Gents accentje.
Een ander sloot zich daar, met WestVlaamse tongval, volmondig bij aan.

Of de wijnbouwer zelf, Joeri Röttger van Den Houwaert daarmee opgezet zal zijn is nog maar de vraag…


logo.png

Hartverscheurende wijn van duizelingwekkende genialiteit

Wat krijg je als je drie wijnbloggers en een professioneel wijnlurker rond een tafel plaatst?
Veel flessen, veel glazen, veel genot, de occasionele blote reet, maar vooral… veel te weinig tijd. De tijd vliegt in zulke omstandigheden namelijk nog sneller en meedogenlozer dan we in ons gewone leven al ervaren…

Het begon onmiddellijk goed. De champagne van Boulard (Les Rachais 2004) raakte ons diepste gemoed. Vinama vergeleek deze parelende parel met een iéts lichtere versie van de Bollinger Grande Année die hij op het domein ooit dronk. En ook voor mezelf was deze knaller een sensatie. Nooit zulk een complexiteit gevonden in een schuimwijn. Aards, nootjes (niét oxidatief), zacht en lang in de mond, te lekker om uit te spuwen maar ook te lekker om in te slikken. Dus liet ik hem maar smelten op de tong.
Een 96/100, er zijn minder mooie starts gekend in de geschiedenis van de wijnproeverijen (ik denk hierbij aan die ene keer dat een slok van de eerste rode wijn werd uitgespuwd in de karaf van de volgende)

We hadden niet verwacht onmiddellijk dit niveau nog eens te halen, maar dat was buiten Vinama gerekend. We kregen een witte wijn met aroma’ s die duidelijk richting sauvignon blanc gingen, maar dan zo compex en rijp (limoen!) dat we gingen twijfelen of hij wel Frans was. Een Nieuw Zeelandse topper? De wijn bleek Nieuw noch Oud –Zeelands maar was wél een topper.
Op 19 december 2008, de dag nadat Didier Dageneau stierf ten gevolge van een dramatisch ongeluk met een ULM –vliegtuigje, was iemand zo pienter om snel enkele van zijn wijnen te bestellen – in de wetenschap dat deze behoorlijk prijzige sauvignons al snel nog duurder zouden worden. En bij het degusteren twee jaar later bleek de Pur Sang 005 een waar genot en vormde hij het bewijs dat de cultstatus van deze wijnbouwer meer dan terecht is. (94/100)
De Fieuzal Blanc 05 die de enthousiaste Peter V ons daarna aanbood, nochtans een klassieke Pessac van zeer mooie makelij, had het wat moeilijk na de vorige klepper. Maar wanneer juffrouw Hanssen voorbijkomt na de passage van Dina Tersago valt ook Evi’ s schoonheid wat minder op… (89-90/100)

Volgende keer: De bleke rosés, de blinkende rode en de blote reet.
U bent gewaarschuwd.

 

pur sang.jpg

 

 

Des vins et des copains

DSCN9507.jpg

DSCN9509.jpg

DSCN9519.jpg

DSCN9520.jpg

 

DSCN9537.jpg

DSCN9539.jpg

DSCN9515.jpg

De Berlioz was een schitterende wijn uit de Savois, gemaakt van 100% rousanne. een (zeer) goede witte Chateauneuf waardig. Een voltreffer, gemaakt volgens biodynamische principes. Hij paste echter bij het gerechtje met courgette en avocado als Marierose Morel bij Filip de Winter…

De Du Tertre 2005 was de charme in persoon (enfin, in een glas wijn). Op z’n Gents open en met een aroma alsof je op de floralieen in diezelfde mooie stad rondloopt. Verbazend ver in zijn evolutie, dat wel. Bewaring waarschijnlijk, de  fles was afkomstig uit een kist die de zaakvoerder van de carrefour eigenhandig (nu ja, met behulp van een clark) van net onder het plafond voor mij naar beneden haalde. 90/100

Geen vergelijk echter met de Pavillon Rouge van hetzelfde jaar (hoewel, de aroma’ s tapten uit hetzelfde vaatje). Tja, ‘ t lijkt voorspelbaar, maar deze wijn was veel dieper en complexer. Vandaag (drie dagen na openen) is deze wijn op zijn top. terwijl het restje Tertre (nochtans iets meer over in de fles) in de gootsteen is beland… 94/100

En vandaag dronk ik ook het restje van de rode Bellet van Domaine de La Source, alweer enorm animaal op de eerste twee dagen, maar vandaag getuigend van een klasse in de stijl van Andy Shleck. Beestig maar verfijnd, krachtig maar fris. Maar toch slechts een tweede plaats, na de Pavillon 2005. 91/100

Hoewel, voor die tweede plaats heeft ie moeten vechten (en die had ie zondag nog niet verdiend).

Toen stond daar de shiraz van Fox Creek, een chocoladebom uit 1999 die ons een katholieke geestelijke deed lijken: Té jong geconsumeerd! 91/100

En wat dan te zeggen van de trofee die ik meebracht van onze reis naar het mooie, groene en bijzonder rustige ZuidWesten van Frankrijk? De Divin 2006 van Chateau Croisille is zowaar de beste Cahors die ik ooit proefde. Me aangeraden door een plaatselijk cavist, een domein dat zich ingeschreven heeft in een ‘charter voor kwaliteit”. Rendementen tussen 25 en 30hl/ha.  Aan 22 euro is dit een wijn die een klasse vertoont waar menig GCC uit de iets noordelijker gelegen bekendere appellaties een puntje mogen aan zuigen. Heden drink ik het restje leeg, en ik mag u melden dat het fijne aroma van braambes, cassis en zoethout mooi wordt gevolgd door een ultiem evenwicht in de mond met alles wat je verlangt van een klassewijn. Géén overdreven droogtrekkende tannine, in tegenstelling tot wat je van de wijnen op basis van de cot (of auxerrois) zou verwachten. Enkel de afdronk zou iéts langer mogen om te kunnen spreken van de perfecte wijn. 92/100

De Chateau de la Grille (Chinon) 1998 was alweer gekurkt (tweede fles op drie). Jammer, want die ene goede fles had me énorm doen verlangen naar meer…

Les Copains d’Abord deed ons denken aan gamay en cabernet franc, en inderdaad, een biodynamische blend van gamay en groslot. Mooi aperitiefwijntje, koel geschonken als opwarmer voor het echte werk.

Oké, terwijl ik hier geniet van de overgebleven 20 cl Chaume 1990 van JP Bise (wijn die nog steeds mooi in vorm is, met botritystoetsen en puur abrikozensap, mooi!) tracht ik me even te herinneren welke andere wijnen de foto niet (of slechts halvelings) gehaald hebben. Verzoekjes van m’n ouwe trouwe bloglezers stimuleren mijn ijver

cool.gif

De Cos d’ Estournel 1999 had KK de dag ervoor al geopend om ‘m wat zuurstof te laten slikken. Op één of andere manier was bij dit proces ook een hoeveelheid wijn in tegenovergestelde richting verdwenen. Gelukkig was wat overbleef in die mate bevredigend dat deze procedure in de toekomst stellig zal herhaald worden. Krachtige wijn, zwart fruit en grafiet, zacht en versmolten. 90/100

Borie La Vitarelle Les Crès is afkomstig van de hoog gelegen kwaliteitsappellatie St Chinian; De wijn is gemaakt van 75%syrah, 20%grenache en 5% mourvèdre. Vooral de syrah laat zich gelden in de peperige neus. Veel materie in de mond, met een licht alcoholische afdronk. 89/100

En ik vergat nog iets te zeggen over de twee buitenbeentjes van de proeverij. Twee wijnen gemaakt van één van de moeilijkste en arbeidsintensiefste cépages, pinot noir.
We hadden eerst de Shelter (Baden) waarover eerder op deze blog al werd geschreven. Alweer leek deze wijn ouder dan ie was. Animaliteit en tertiaire toetsen in de neus, heel zacht, chocolaté en soepel in de mond. Heel knappe wijn maar hij mist toch iets wat we dan maar de Franse touch noemden.

Toen Venne ons een uurtje daarna een andere pinot noir uitschonk dachten we even dat het dezelfde Duitse wijn was. Aroma’ s waren quasi inwisselbaar, en ook in de mond deed hij onmiskenbaar Badens aan.
Groot was de verbazing toen bleek dat dit een Belgische (-Vlaamse ! BdW, Berchem-) wijn bleek te zijn!
Jawel, Jaak Purnot van domein Aldeneyck maakt in Maaseik een kwaliteitsvolle pinot noir die je zondermeer kan verdenken van Germaanse roots.
Leve Limbuuurg!

(oh ja, de Lafran Veyrolles was de zoveelste Franse 2003 die tegenviel, en we dronken ook de vdp de méditerannee van Dom de la Source, Le Diamant Blanc, een ronduit fantastische witte wijn van 100%rolle (=vermentino). 16,5 graden alcohol en toch fraicheur! 2009 en toch niet te jong! Geur van buxus en toch geen sauvignon blanc! 22 euro en toch niet te duur!)

(en oh ja bis, we begonnen met de mooie, typisch Povencaalse rosé van domein des Plânes, Cotes de Provence -was the day after wel stukken beter. – wou dat ik dat van de proevers kon zeggen :D)

DSCN9544.JPG

 

Bordeaux 2006

Lordose: Aandoening aan de rug, veelal aangeboren maar soms het resultaat van een acute aanval van Bordose.

lordose


Bordose: Aandoening waarbij de wijnliefhebber zich bijna uitsluitend beperkt tot het aankopen van Bordeaux, liefst verpakt in groten dozen

 

Bordose !

Wijnfreak met beginnende Bordose

 

Bordeaux-cyste: Gezwel in de hersenen die de wijnliefhebber ertoe aanzet enkel nog Bordeaux te kopen. In tegenstelling tot Bordose is de patiënt hier geneigd enkel nog vrede te nemen met volledige kisten. De ziekte werd genoemd naar een uitspraak van het allereerste slachtoffer, een man uit het Antwerpse: “Iek ziek? Nieje, iek koep gewoen maan Bordow in groete kieste ven twolf flesse!”


Man met Bordeauxcyste

Wijnliefhebber met Bordeaux-cyste


Er zijn in België een aantal gevallen bekend van personen die lijden aan beide ziektes.
KrisG is er zo één. Deze wijngek, niet te verwarren met de KriszonderG van het wijnforum, nodigde enkele bijzonder sympathieke wijnliefhebbers uit naar z’n met Bordeaux volgestouwde  stulpje in de wondermooie Vlaamse Ardennen.

Stelling:
Bordeaux 2006 is onpopulair!
Doel van de namiddag:
Zoeken naar de oorzaak. Is de slechte naam die deze wijnen dragen te wijten aan het feit dat de prijzen zo belachelijk hoog liggen, of is Bordeaux 2006 gewoon een mislukte jaargang?

Kris had ter ontsluiering van deze mysteries een prachtige degustatie klaargestoomd. Alle wijnen werden vijf uur op voorhand gekarafeerd en dan terug in de fles gegoten. Tussen haakjes vindt u telkens de gemiddelde score van de zeven proevers.

Eerste serie:

Chateau Sociando-Mallet Haut Médoc (87,1)
Gerookt, beetje gebrand, rokerig, hout, hoge zuren, veel tannine, koffie, caramel. We vermoeden dat het wel goed komt met deze wijn, maar jong absoluut afblijven
Chateau Saint-Pierre St Julien (89,1)
Zeer soepel, zacht, complex, lang, fruitig, likoreus(?), evenwichtig, fraicheur.
Was dus jong al heel mooi op dronk en heeft zeker veel potentieel.
Chateau d’ Armailhac Pauillac (91,1)
Sigaarkistje, bos, aards, koffie, leder, tabak, zacht in de mond.
Zit prijs-kwaliteit heel goed.
Chateau Poujeaux Moulis (88,8)
Kruidigheid, mooie afdronk, iets licht vegetaals, rood fruit, fumé, krieken, banaan, koffie, mooi en zacht in de mond, mineraliteit.
Léoville-Barton St Julien(89,9)
Bij aanvang monotoon, tannines, zeer breed, lang in de mond, structuur, geparfumeerd.
De duurste wijn in het rijtje en dus eerder een verrassend lage score, werd wel merkelijk beter na een tijdje in het glas, tijd geven.
Chateau Pédesclaux Pauillac(90,1)
Rozijntjes, pruim, zwart fruit, sappig en rijp in de mond, geen opvallende zuren. Dit château is terug op de goede weg na een wat mindere periode.

Tweede serie

Chateau Cos Labory, St Estephe  (88,4)
Redelijk uitdrogend,veel taninne, hoge zuren, confituur van rode vruchten.
Chateau Lagrange St Julien (90,3)
Zeer zacht, elegant ,  vechten voor het laatste restje in de fles
Prieuré-Lichine, Margaux  (92,1)
Koffie, compact, mooie afdronk, zacht, zwoel, spanning, elegantie.
Schitterende wijn, 2006 is uitzonderlijk geslaagd voor dit kasteel!
Sociando-Mallet Haut Médoc (89,9)
Tannine, droogtrekkend. Tweede SM-fles in de tasting, déze fles was niét gekarafeerd en presteerde iets beter.

Derde serie met gratis piraat

Lafran-Veyrolles Bandol (89,5)
Verse aarbeienconfituur, laurier.
Deze Bandol werd door iedereen herkend als de piraat, kreeg van één (bijzonder sympathieke) proever een verrassend hoge score.
Pavie-Macquin St Emilion  (90,8)
Inkt, zeer geconcentreerd maar al fantastisch lekker, eerste rechteroever van de degustatie en grote meevaller. Kreeg van iedereen minstens een 90-score.
Chateau Cornélie Amabilis Vinea (87,0)
Speciale cuvée van Cornélie die (mede door zijn prijskaartje) pretendeert tegen de grand crus aan te leunen. Niet dus, duidelijk kwalitatief een niveau lager (dit werd door elke proever -blind- gesteld)
Gruaud Larose St julien (90,1)
Zeer positief onthaald, proefnotities werden niet meer teruggevonden (wegens niet meer genoteerd…)

Als afsluiter, en om al die jonge wijn door te spoelen, werden we nog getrakteerd op een fantastische Chateau Gazin 1995. Na de knetterende  1999  reeds de tweede keer dit jaar dat ik overtuigd werd van de kwaliteit van deze Pomerol.

Vaststellingen:
1/ Een degustatie van dergelijke jonge wijnen is geen sinecure. De wijnen hebben de neiging om onderling makkelijk inwisselbaar te zijn.
2/ Geen enkele wijn had last van overdreven (getoast) hout, iets wat 10 jaar terug ondenkbaar was. De bordelese wijnbouwers hebben blijkbaar, al dan niet op eigen houtje, hun lesje geleerd.
3/ De wijnen waren verbazend toegankelijk, er was weinig of geen sprake van te hoge zuren of stugge tannine (met uitzondering van Sociando Mallet)
4/ Hoewel heel wat wijnen énorm lekker waren kon geen enkele wijn de vergelijking met de Gazin 1995 aan. Wat ofwel veel zegt over de kwaliteit van Chateau Gazin, ofwel over de noodzaak van veroudering voor Bordeaux-en meer specifiek Médoc-wijnen. Beide pistes zijn waarschijnlijk juist.
5/ Met de kwaliteit voor 2006 zit het wel goed, die is zéker vergelijkbaar met 2004, maar de prijs was en is nog steeds een behoorlijk stuk te hoog.  Wachten tot de wijn in de afprijsbakken terecht komt en dan hele mooie koopjes doen. Dat is de boodschap.

Dankbaar namen we afscheid van onze gastheer, hem slechts een matig herstel toewensend. KrisG is niet echt ongelukkig met z’n Bordose en Bordeaux-cyste, maar neemt op aanraden van zijn deurwaarder sedert kort toch aangepaste medocatie.


Médocatie

The Coca Cola Kids

Workshop vier:
Vorig jaar hielden de vrouwen al een zeer geslaagde waterproeverij, dit jaar mochten ook de kinderen, die reeds gedurende jaren trouw de volwassenen tolereren, proevertje spelen en net als hun grote voorbeelden (in de letterlijke zin van het woord) doen alsof ze er iets van kennen.
Tijd voor de grote…COLA-proeverij!

colablikjes

Zeven soorten Cola naast elkaar, en deze keer mocht er à volonté worden gedronken. Alles voor de wetenschap!
De kinderen walsten de glazen als echte wijnkenners en lieten zich niet pramen voldoende porties bij te vragen aan de rondhollende volwassenen, die zich uitsloofden om elk glas op tijd (en uit de juiste fles) bij te vullen.
Twee van de zeven Cola ’ s werden door zowat elke proever herkend: de Lemon (de enige cola met een duidelijk afwijkende neus) en de Cola van de Carrefour, algemeen omschreven als gekleurd suikerwater maar dan minder lekker.
Het verschil tussen de andere Cola’ s was iets minder duidelijk, hoewel sommigen erin slaagden 5 van de 7 drankjes correct te plaatsen.


coca cola degustatie!

Ondertussen leerde men nog bij dat in het prille begin Coca Cola wel degelijk een heel kleine hoeveelheid cocaïne bevatte, en dat de ‘gevaren’ van cola niet alleen in het hoge suikergehalte liggen (1 blikje Cola bevat 35g suiker), maar ook in de hoeveelheid fosforzuur. Te veel fosforzuur zou de werking van de nieren aantasten en calciumverlies veroorzaken. Wie één blikje Cola nuttigt per dag, loopt aldus drie keer meer kans op een breuk.
Wie echter één fles wijn nuttigt per dag loopt ongetwijfeld hetzelfde gevaar…

drunk

Jaarverband

Workshop drie
We schonken onze proefkonijnen twee wijnduo s, zij dienden voor elk duo de link te vinden.

Eerste duo
Gerten dacht bij deze wijnen onmiddellijk het verband te herkennen. Hij ging uit van de veronderstelling dat de druiven van beide wijnen in dezelfde maand geoogst waren en sprak dus over een maandverband.

rolleyes

Op zoek naar nog meer evidente overeenkomsten vonden de proevers in de eerste wijn leder in de neus, zwart fruit, en een lichtjes gemaderiseerde impressie. Toch bleek de wijn in de mond tintelfris én warm tegelijk, met een mooie (maar wel wat alcoholische) afdronk.
De tweede wijn had deugd gehad van zijn drie uur karafage (na openen was hij zeer gesloten -sic), fruit en florale toetsen boksen tegen elkaar op. Toch was ook hier sprake van wat animaliteit. In de mond een mooie structuur, sappig en fris met veel maar rijpe tannine.
Het proefpannel dacht dat dit wel eens een wijn van dezelfde appellatie uit een ander jaar zou kunnen geweest zijn: Goed gedacht, het ging zelfs om hetzelfde huis: Domaine La suffrène 1998 – 2005
Toevallig dronk ik dit weekend een andere kleine ‘vertical’ van dit huis, met ondermeer een schitterende 1999 en 2004. Meer dan ooit z’n geld waard, amper 11 euro in Carrefour.

Tweede duo
De eerste wijn beviel onmiddellijk. Redelijk geëvolueerde kleur, zwart fruit, zoethout, munt, chocolade en peper. Zwoel en zacht in de mond, tegelijkertijd complex en fris, een ronduit schitterende wijn.
De tweede wijn had een totaal ander karakter, veel minder geëvolueerde kleur, peper, paplaurier, cassis, kruidigheid in de neus. In de mond een énorme fraicheur, bijna groenig maar de wijn was perfect in evenwicht en smolt op de tong. 
Ook hier slaagden de proefslachtoffers erin een link te leggen: Cabernet sauvignon uit verschillende windrichtingen. Mét jaarverband.
De Don Melchor 1997, topwijn van Concha Y Toro, en de Sociando Mallet uit hetzelfde jaar brachten ons allen in een staat van vervoering.

sociando 1997

The proof of the Pomerol is in the drinking Tempranillo

 

Workshop twee

Op de dag dat de uitvinder van de frisbee was overleden (running gag: ‘hij loopt er niet meer zo fris bie’) wouden St Canarus en ik nog eens bewijzen wat we al meermaals op totaal onwetenschappelijk verantwoorde wijze hadden ontdekt:
Een tempranillo van enige ouderdom kan soms erg veel lijken op een… merlot! 
Ter staving van deze uiterst gewaagde denkpiste schonken we onze proofkonijnen (sic) blind de twee archetypes van deze druif: een
Rioja naast een Pomerol.

Faustino de Autor Rioja 1998
Zestig jaar oude stokken en drie jaar op Franse barriques van Allierhout. De wijn was in kleur al redelijk geëvolueerd, de geur was fris en vertoonde naast rijp fruit ook een mooie kruidigheid (peper) en marsepein. Lang in de mond, perfect op dronk. 90/100

Chateau Gazin Pomerol 1999
Veel minder kleurevolutie, een verleidelijke neus met ceder, grafiet, champignons en zwart fruit in laagjes. Na een tijdje ook mooie florale toetsen. Het mondgevoel is bij aanvang iets hoekiger maar de wijn evolueert heel mooi en wordt na verloop van tijd even zacht als de Rioja. Dit is af, complexiteit en drinkbaarheid zijn verenigd in het glas. 92/100

De onderzoekscel die dit experiment had uitgedacht mocht achteraf zeer tevreden zijn over de behaalde resultaten. Beide blindproevers situeerden de wijnen in dezelfde regio. Mission accomplished.

St Canarus
Bij afwezigheid van een foto van de wijnen krijgt u in primeur een foto van St Canarus in z’n favoriete pose

 

WWW (Wetenschappelijke Workshops Wijn)

 

Heel wat wijn werk verzet op het studieweekend. smilie5

Workshop 1

Een heel leuk idee (al zeg ik het zelf) van St Canarus en mezelf. De vrijdagavond aten we lasagne en we wouden er blind een interessant wijnduo naast plaatsen. Toevallig hadden we allebei dezelfde  wijn liggen uit hetzelfde jaar maar… van een andere kleur.
Ooit nog samen gekocht in het wijnfestival, waren we al lang overtuigd van de kwaliteit van zowel de witte als de rode van dit huis.
Het ging om Chateau Rauzan Despagne Grande Reserve 2003. Deze speciale cuvée van de wijn is ooit beperkt beschikbaar geweest in Carrefour maar ik heb m sedertdien nooit meer teruggezien. In het normale assortiment heeft men zowel in rood als wit wel de gewone cuvées, die voor een zestal euro zeker hun geld waard zijn. De witte (gewone) werd de dag erop zelfs geschonken bij een ander gerecht, een eveneens zeer geslaagde match (en alwéer leuk om blind te geven na de ervaringen van de dag ervoor). Maar daarover later meer.
Het ging dus om de ‘speciale’ cuvées. De witte was na openen al onmiddellijk even charmant als in zijn jeugd, de rode leek eventjes meer gesloten en kwam, ondanks z’n oogstjaar, redelijk koel over. Jong was deze wijn een redelijke houtbom (geen vanille maar vooral toast, echter niet storend), en ik hoopte (en had verwacht) dat ie nu mooi versmolten zou zijn. Gelukkig was dit dus het geval, geen spoor meer van de getoaste toetsen, en de wijn bloeide gedurende de avond heel mooi open. Daarbovenop kwam dat de wijn het fantastisch deed bij de lasagne. Hoe (verrassend) goed de witte ook paste, alle acht eters en proevers hadden een voorkeur voor de rode Rauzan als perfect match. 
En toen iemand stelde dat ie meestal Spaans drinkt bij lasagne konden wij mooi verwijzen naar de aangepaste naam van deze knappe Grand vin de Bordeaux… 

rauzan despagne
De middelste wijn heb ik onherkenbaar gemaakt, die komt uit een andere workshop… smilie3

ps: tip: Beluister de nieuwe van Admiral Freebee !