Eigen zinnig in Gevray (pvdw)

Pvdw stuurde me dit lekkere verslag van z’n kennismaking met een gepassioneerde dame uit Gevrey – Chambertin.

 

Een koppige madam uit Gevrey ( deel 1 )

 

“Vanaf morgen bottelen we de 2004. Dat zijn dagen dat ik nauwelijks slaap. Het is alsof een kind het huis verlaat. Ik heb het daar elke keer opnieuw ontzettend moeilijk mee.”
Sylvie Esmonin, rijzende ster aan het Bourgondische wijnfirmament, praatvaar met haar op de tanden, gedreven en begenadigd. Ik had vorige week tijdens een weekje Bourgogne een lang gesprek met deze wonderdame in de kelders van haar domein in Gevrey-Chambertin, daar waar Kunst gemaakt wordt.

 

De vignerons van het legendarische wijndorp Gevrey, net onder Dijon, rustten de jongste generaties wat op hun lauweren. Alles wat er aan wijn gemaakt werd ging door de naambekendheid toch de deur uit tegen stevige prijzen. De jonge generatie wijnmakers wil van die laisser-passer-mentaliteit af. Eén van de voortrekkers van die beweging is Sylvie Esmonin, dochter, kleindochter, achterkleindochter en allicht ook achter-achterkleindochter van wijnmakers. Het groepje voortrekkers verloor begin dit jaar een prominente medestander: Denis Mortet, die zijn cuverie had op nauwelijks honderd meter van het bedrijf van Esmonin en beschouwd werd als een van de meest getalenteerde jonge vignerons van de Côtes de Nuits, werd dood aangetroffen met zijn jachtgeweer naast zich. Gedrevenheid eist soms levens. Niet ver hier vandaan – in het dorp Saulieu – pleegde enkele jaren geleden trouwens ook de wereldberoemde kok Bernard Loiseau van het gelijknamige driesterrenrestaurant zelfmoord. Het werd stilaan duidelijk dat hij misschien wel een van zijn sterren zou verliezen. Gedrevenheid eist tevéél levens in de Bourgogne.

Sylvie Esmonin is een koppige tante. Je moet al van goeden huize zijn om haar van haar ideeën af te brengen. En ze heeft redenen om overtuigd te zijn van haar gelijk. Ze studeerde oenologie aan zowat alle wijnhogescholen en –universiteiten van Frankrijk (in Dijon, in Bordeaux, in de Elzas…) en trok zelfs naar Amerika om er verder te studeren. Haar moeder Michelle vertelde me eerder dat ze geen van haar twee dochters wilde forceren om in de wijnbusiness te stappen. Maar toen ze de passie van Sylvie zag, wist ze al snel dat er toch geen houden aan zou zijn.

“Neen, filteren doe ik niet. En ook met collage (klaring) houd ik me niet bezig. Waarom zou ik zaken uit de wijn halen die essentieel zijn voor de kwaliteit ervan? Alleen voor het oog van de mensen, zodat ze een mooie zuivere wijn in hun glas krijgen? Komaan zeg, wijn moet lekker smaken en ruiken! Dààr gaat het om.”

Mensen zijn kuddedieren. Kijk maar rondom je: terwijl de grond nu nog véél te nat is, begon er deze week één wijnboer de grond tussen de wijnstokken om te ploegen. Dat is onverstandig, want als je nu met de tractor door de zware verzopen grond rijdt, druk je alles dicht en verstik je de grond. En toch: eentje begint er en na een week is iedereen bezig. Je moet kijken naar de natuur, niet naar de buur. En de natuur zegt me nu dat ik moet wachten.”

Op mijn opmerking dat ‘ze vanmorgen op de Romanée Conti toch ook al bezig waren, kreeg ik even snel een antwoord. “Met een boerenpaard, ja. Dat is natuurlijk een heel ander verhaal. Een paard verplettert de grond niet hé, mon vieux!”

Dezelfde koppigheid legde Sylvie Esmonin aan de dag tijdens de historisch hete zomer van 2003. “Ik was half augustus met vakantie vertrokken. Dat is zowat het enige moment dat ik er tijdens een wijnjaar eens tussenuit kan knijpen. Ik was nog maar net op mijn bestemming aangekomen, toen mijn vader in paniek belde. ‘Sylvie, ge moet onmiddellijk naar huis komen. Nu direct! Ze zijn beginnen oogsten!’ Ik begreep er niets van. Vlak voor ik vertrok was ik nog in de wijngaard geweest en de druiven waren nog lang niet klaar voor de oogst. Wat was er dan in godsnaam op die 24 uur gebeurd? Ik zal het je zeggen: ergens was een wijnbouwer gestart met de oogst en heel de Franse pers had die mens geïnterviewd, gefotografeerd en gefilmd. Komt daarbij dat inmiddels ook de beelden over stervende mensen in de hitte van Parijs de wereld rondgingen. Het gevolg laat zich raden: de wijnmakers schoten in paniek en begonnen als kippen zonder kop achter elkaar aan te lopen. “We moéten oogsten! Alles gaat kapot!” Twee weken te vroeg, zou later blijken, want de druiven waren on
danks de hitte niét rijp. De schilrijpheid was er niet, zodat veel wijnen uit 2003 nu een zekere bitterheid hebben. In ieder geval: ik heb twee weken vakantie genomen, heb nadien geen enkel probleem gehad om aan plukkers te raken en heb prachtige, rijpe druiven geoogst.”

( wordt vervolgd )

pvdw