Koppige Bourgogne (PvdW)

Het tweede deel van Pvdw’ s Bourgondische verhaal…

 

De koppigheid van Esmonin blijkt ook als het over haar relatie met de overheden gaat. “Ik heb vanmorgen enkele hoge pieten van het INAO naar hier laten komen.” Het INAO staat voor het “Institut National des Appellations d’Origine, het hoogste Franse orgaan dat instaat voor de controle op het AOC-systeem en dus eigenlijk “de bazen” van Esmonin.

“Kijk”, zegt ze. “Ik ben het een beetje moe dat men ons constant zegt wat en hoé we het moeten doen. ‘On dit’ dat we maar vanaf dag zoveel mogen oogsten, ‘on dit’ dan weer iets anders… Ik wilde wel eens weten wie die ‘on’ zijn en ik heb ze maar meteen naar hier laten komen om hen uit te leggen hoe ik erover denk. Enkele weken geleden hebben we hier zó’n klasseur gekregen met uitleg over hoe we moeten werken in de wijngaard en nadien onze wijn moeten maken. Die klasseur is volgeschreven door iemand die hele dagen achter een bureau zit, terwijl wij hier al generaties lang met de praktijk bezig zijn. Wie houden ze eigenlijk voor de gek?”

Ik probeerde even dat het misschien allemaal pogingen zijn om de slabakkende wijnwereld in Frankrijk te redden, maar – pech gehad – ook daar had ze al over nagedacht. “Het is niet met een klasseur vol wijntheorie dat je de huidige crisis in Frankrijk zal oplossen. We moeten aan onze cultuur werken. Vroeger gingen we als kleuters op bezoek bij wijnboeren en mochten we druivensap proeven. Maar nu krijg ik dikwijls het gevoel dat we als drugsdealers beschouwd worden. Ik zag laatst een journalist op de Franse televisie een dame neerbliksemen met de opmerking: ‘Maar mevrouw, u drinkt wijn!’. Ja sorry hoor, maar zo zullen we de coca-cola-mentaliteit niet tegenhouden.”

Ik was alvast bereid de furieuze dame te steunen in haar strijd, zeker toen ze aanstalten maakte om mijn glas te vullen met een pipet, recht uit de vaten 2005-wijn die in de kelder lagen te rijpen. Eerst kreeg ik de AOC Bourgogne 2005 te proeven, die nog geen malolactische gisting ondergaan had, maar toch al best genietbaar was. “Ik proef aan mijn gewone bourgogne het makkelijkst of we een goed jaar hebben”, zegt Esmonin. “Met mijn andere AOC’s zit je toch al op de betere terroirs en die zijn sowieso kwalitatief een stuk interessanter. Maar als de gewone bourgogne goed is, zal de rest zéker in orde zijn.” De volgende wijn, de AOC Côtes de Nuits 2005, bleek bijzonder aromatisch. “Vergeet niet dat het hier in de kelder maar 8,5°C is! Als je die wijn op een normale temperatuur drinkt, spatten de aroma’s uit je glas.” De gemeentelijk appellatie Gevrey-Chambertin, gelagerd op nieuwe eik, bleek een tanninebeestje. “Wacht maar tot die een paar jaar flesrijping achter de rug heeft”, schopte ze enigszins een open deur in. Want achter de aanvankelijke hardheid lonkte nu reeds een mooie diepgang. Dat gold zeker voor de “Clos de Saint-Jacques”, het paradepaardje van Esmonin. De wijngaard waar die wijn ontstaat is al bekend sinds de 11de eeuw. Wellicht was hij al vroeger in dienst om godendrank te produceren, maar daar zijn geen bronnen van teruggevonden. De Clos ligt in een uithoek van Gevrey-Chambertin en heeft geen grand-cru-status, maar als je de wijn proeft die Esmonin er uithaalt zal je moeten toegeven dat dit volledig onterecht is. De klasse van haar Clos Saint-Jacques is al te proeven in het 2005-vat. Ik had het geluk om nadien ook de 2003 (de late pluk, weet je nog!)  en de 2000 te proeven, en die komen naar mijn bescheiden mening makkelijk aan het niveau van een Clos de Bèze of andere grand cru’s. Jammer genoeg ben ik niet de enige die de kwaliteiten van Esmonins producten weet in te schatten. Ze is met haar wijnen sinds kort kind aan huis in een aantal Parijse toprestaurants, de dame is “hot” in Amerika en de prijzen voor haar uit koppigheid geboren godendrank schieten de hoogte in. Niettemin had ik me voorgenomen op zijn minst toch enkele flessen mee te nemen. Maar dat was zonder de waardin gerekend: op het domein blijft er niets over om te verkopen en toen ik bij de enige wijnhandelaar van Gevrey die Esmonins wijn verdeelt ging informeren, kreeg ik een kort antwoord: “Uitverkocht, mijnheer”.

 

Voor de liefhebbers: op het domein wordt ook een gîte verhuurd voor maximum 6 personen, verdeeld over twee kamers. Het huis is te boeken via Gîtes de France. Je slaapt er zalig en rustig boven de cuverie en de caves. En neen: je raakt vanuit de gîte – ook via slinkse wegen – niét in de kelders…

pvdw